Interreg Vl-Nl RESANAT goedgekeurd

10/05/2019

bio2clean zal bij het Interreg project RESANAT inzetten op micro-organismen gestimuleerde fytoremediatie. Volg de details binnenkort op bio2clean.be

RESANAT (Restverontreiniging saneren met nature-based technieken) stimuleert herontwikkeling van verontreinigde locaties in Nederland en Vlaanderen, die nu bemoeilijkt wordt door de (kosten)intensieve aanpak van bodemverontreiniging met relatief persistente stoffen. Conventionele sanerings- en beheerstechnieken zijn prijzig, energie-intensief (bijv. grondafvoer of continue grondwaterzuivering) en vragen vaak langlopende, kostbare beheersmaatregelen voor restverontreiniging. Dit heeft een negatief effect op het ontwikkelpotentieel, verhoogt milieudruk (hoge water- en carbonfootprint) en beïnvloedt de milieukwaliteit van de omgeving.

Momenteel zijn voor deze locaties nog geen milieuvriendelijke en economisch rendabele oplossingen op de markt voor grondeigenaren, aannemers en adviseurs. Een groot deel van hen behoort tot MKB/KMO: 40% bij saneerders tot 80% bij bodemdeskundigen. Conventionele saneringstechnieken zijn vanwege de ongunstige kosten-baten afweging vaak moeilijk te vermarkten. Innovatie wordt in beide landen bemoeilijkt door de risico’s die experimenten met zich meebrengen, die voor de saneerders en bodemdeskundigen lastig te dragen zijn.

Bij kennisinstituten en grotere adviesbureaus is echter volop innovatie gaande rond nature-based solutions (NbS), waarbij planten, micro-organismen, wind- enzonne-energie worden ingezet om restverontreiniging te beheersen. Hiermee kunnen verontreinigde gronden na conventionele sanering van de toplaag i.c.m. minder intensieve nature-based beheersing van de restverontreiniging eerder herontwikkeld worden. NbS beperken hierbij het gevaar voor gezondheid van mens en milieu, hebben lagere onderhoudskosten, en zijn duurzaam in energiegebruik. Deze technieken zijn echter nog onvoldoende gedemonstreerd, vooral in combinatie met persistente stoffen zoals PAK, om betrouwbaar, efficiënt en full-scale ingezet te kunnen worden.

Momenteel blijven veel gebieden ongebruikt in afwachting van sanering (bijv. Vlaamse brownfields) of zijn ze onderhevig aan langdurige beheersmaatregelen met gebruiksbeperkingen (zoals de 2000 NL IBC-locaties), met name in stedelijke gebieden op gronden die qua ligging erg geschikt zijn voor ontwikkeling van woningen of bedrijvigheid. Dit verzwaart zowel in NL als VL, waar efficiënt grondgebruik vanwege hoge bevolkingsdichtheid van groot belang is, de druk op de beschikbare open ruimte, o.a. zichtbaar in de afgekondigde Vlaamse ‘betonstop’.

Daarnaast stelt het 7e EU milieuactieprogramma dat in 2020 sanering van de +500.000 vervuilde locaties in de EU in volle gang moet zijn. Nederland wil voor invoering van de omgevingswet in 2021 alle spoedeisende saneringslocaties aanpakken, terwijl Vlaanderen in 2036 sanering op alle locaties met historische bodemverontreiniging opgestart wil hebben. Ook vanuit de overheid is er daarom behoefte aan uitbreiding van beschikbare technieken met effectievere eneconomisch rendabelere NbS, toegespitst op stedelijk grondgebruik in VL en NL.

Doel van RESANAT is het vergroten van de praktische toepasbaarheid van nature-based sanerings-, beheers- en monitoringstechnieken en hierop codes van goede praktijk te ontwikkelen. Hiermee wordt efficiënt gebruik van natuurlijke hulpbronnen (o.a. grond) gerealiseerd en aantasting van milieukwaliteit beperkt.

Interreg

RESANAT

Het RESANAT project stimuleert herontwikkeling van verontreinigde locaties in Nederland en Vlaanderen, die nu bemoeilijkt wordt door de (kosten)intensieve aanpak van bodemverontreiniging.

Doel van RESANAT is het vergroten van de praktische toepasbaarheid van nature-based saneringstechnieken door het demonstreren van deze technieken in samenwerking met de bodemsaneringssector en overheden in Vlaanderen en Nederland. Dit project ondersteunt op deze manier bedrijven, met name MKB/KMO in het opnemen van innovatieve technieken in hun diensten en toegang geven tot benodigde kennis en Vlaamse en Nederlandse netwerken in de sector.